In het tijdvak van het jaar 500 tot 1000 gebeurde er veel op het gebied van religie. De twee grootste religies die de wereld nu kent hebben zich toen verspreidt. Het kan ook haast niet anders dat deze twee religies elkaar tegen kwamen. Zij wilden namelijk allebei hun gebied vergroten en kwamen elkaar tegen in Spanje en het oosten van Europa. Deze twee religies zijn de Islam en het Christendom.
Het Christendom was aan het begin van de vroege Middeleeuwen al redelijk verspreid over Europa. In het Romeinse rijk was deze religie namelijk staatsreligie geweest. Hierdoor was in het gebied waar zij hadden geheerst iedereen verplicht Christen. De Islam was aan het begin van dit tijdvak nog niet eens geboren. De Islam is een redelijk jonge religie. Het ontstond pas in het jaar 610. Dit was het jaar waarin de profeet Mohammad zijn eerste openbaring kreeg. Hij kreeg al snel vele volgelingen. Deze volgelingen noemden zichzelf Moslims. In het begin werden de Moslims vervolgd. Net zoals de Christenen. Maar het duurde niet lang voordat de grote leiders van het Midden-Oosten zich bekeerden tot de Islam.
Maar terwijl de Rooms-katholieke kerk nog steeds bepaalde aan welke geloofsregels de Christenen zich moesten houden, gebeurde dat bij de Islam niet. De Islamitische landen werden geregeerd door een kalief. De kalief had weinig te zeggen over de inhoud van het geloof.
Na de val van het west-Romeinse Rijk waren de Rooms-katholieke bisschoppen de baas in de grote steden. Een koning kon hierdoor alleen de macht grijpen als hij de steun kreeg van de katholieke kerk. Daarom liet koning Clovis zich dopen. Hij was de eerste Frankische koning die Christen werd. En omdat hij zich liet dopen groeide ook het Christendom in zijn land. De paus vond het namelijk erg belangrijk dat er zo veel mogelijk mensen Christen werden. Hij stuurde hierom missionarissen naar de landen waar er nog weinig mensen gedoopt waren. Deze missionarissen waren meestal Ierse monniken. De Ierse monniken vertelden niet alleen over Jezus, (de belangrijkste persoon in het Christendom) maar ook over de belangrijkste principes van het Christendom. Dit waren: het celibaat, armoede en gehoorzaamheid.
De belangrijkste monnik van de geschiedenis was Willibrord. Willibrord kwam in 690 van Ierland naar Noord-Nederland. Hij woonde in de buurt van Utrecht en heeft vele Nederlanders bekeerd tot Christen. Hieronder waren ook vele edellieden. Als een edelman of ridder zich bekeerde kon de katholieke kerk een klooster op zijn land bouwen. Daarom probeerde Willibrord zo veel mogelijk edellieden te bekeren.
Er gingen veel jonge mannen wonen in de kloosters. Dit was voor hen de beste manier om hun nieuwe geloof uit te oefenen. Ze werden celibataire monniken. Dit betekende dat zij nooit zouden trouwen. In het klooster leerden de mannen lezen en schrijven. De meeste mensen in die tijd konden dit niet. De monniken kopieerden veel oude boeken. In de achtste eeuw werden er enorm veel boeken gekopieerd. In deze tijd was Karel de Grote koning van West-Europa. Daarom noemen we de tijd waarin zo veel boeken werden gekopieerd de Karolingische renaissance.
In de negende en tiende eeuw werden er ook in het Midden-Oosten veel boeken geschreven. De Moslims hadden namelijk veel filosofieboeken uit de geschiedenis bewaard. Deze kwamen voornamlijk uit de tijd van de oude Grieken. Zij vertaalden deze boeken in het Arabisch en het Latijn.