Karel V was keizer van het Heilige Roomse Rijk. Hij was nog maar 15 jaar toen hij heer van Nederlanden werd. Hij erfde het gebied van zijn vader. De Nederlanden bestond uit verschillende gewesten. Dit waren de gebieden die bij de zelfstandige steden hoorden. Hij wilde van de Nederlanden één land maken. Daarom veroverde hij de zelfstandige gewesten. Hij liet ze regeren door zijn eigen ambtenaren. Karel V trok niet alleen ten strijde om zelfstandige gewesten te veroveren. Hij werd ook aangevallen in het oosten. Hij heeft vele oorlogen moeten voeren tegen de Ottomanen. Maar ook tegen de Fransen en de hervormers. Karel V was een katholiek en had daarom een hekel aan de hervormers die de katholieke kerk wilden verlaten.
Karel V regeerde in het tijdvak van hervormers en ontdekkers van 1515 tot 1555. Dit betekende dat onder zijn heerschappij veel belangrijke zeetochten werden gevaren. Tijdens die zeetochten werd veel land veroverd. In de jaren 1519 – 1521 veroverden de Spaanse conquistadores het rijk van de Azteken. Zij woonden in het huidige Mexico. De Spanjaarden noemden dit land de Nieuwe Wereld. In 1532 veroverde hij het Incarijk. Ook dit lag in Zuid-Amerika. Dit werd later Peru genoemd. Omdat Karel V nu regeerde over landen in zowel Europa als Amerika werd gezegd dat hij regeerde over het rijk waar de zon nooit onder gaat.
De Europese heersers veroverden deze landen om het Christelijke geloof te verspreiden, maar ook konden ze zo hun handelsgebied vergroten. De eerste ontdekkingsreizigers in de geschiedenis waren dan ook gezonden door de paus. Dit gebeurde al in de 13e eeuw. Een van deze ontdekkers was Marco Polo. Hij reisde over land en langs de kust naar Azië, en dan met name naar Indië. In de 15e eeuw wilden de Europeanen een kortere route vinden naar Indië. Want ze wisten dat daar vele specerijen te verkrijgen waren.
In eerste instantie probeerden ze Indië te vinden door met een schip de kustlijn van Afrika te volgen. In 1488, voer Bartholomeus Diaz als eerste langs Kaap de Goede Hoop.
Dankzij de renaissance hadden de mensen weer interesse in de oude Griekse filosofieboeken uit de geschiedenis. Hierin vonden ze de theorie van de bolvormige aarde. Volgens deze theorie zou je Indië ook kunnen bereiken door de Atlantische Oceaan over te steken. Dit deden ze. Columbus stak de Oceaan over en kwam in 1492 in Amerika aan. In dit tijdvak wisten de Europeanen nog niet van het bestaan van Amerika af. Ze dachten dat de theorie klopte. Dat deed hij natuurlijk ook, maar ze hadden geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat er nog een onontdekt werelddeel tussen zou liggen. Ze dachten dat ze inderdaad Indië hadden bereikt. Daarom noemde Columbus de bewoners van dit nieuwe land Indianen.
De Portugese Ferdinand Magelhaes wilde bewijzen dat achter het Amerikaanse continent Indië te vinden was. In 1519 vertrok hij onder de Spaanse vlag met 5 schepen richting het westen. Hij stak de Atlantische Oceaan over en voer langs de Amerikaanse kust naar het zuiden. Helemaal aan het onderste puntje van Zuid-Amerika vond hij een doorgang van de Atlantische Oceaan naar de Stille Oceaan. Deze doorgang noemen we nu Straat Magellaan. Het duurde bijna een half jaar voordat ze bij de Filipijnen het anker uit konden gooien. Hier is Magelhaes vermoord. Maar de vloot vaarde verder. Ze verloren 4 schepen aan veroveringen. De meesten aan de Portugezen. Er was maar één schip dat in 1522 weer in Spanje aankwam.