Aan het begin van de HogeMiddeleeuwen waren er nog enkele gebieden in Nederland onafhankelijk. Dit betekende dat zij niet onder de heerschappij van een heer vielen en dus ook geen belasting hoefden te betalen. Het onafhankelijke gebied was voornamelijk van de Friezen. De Friezen hadden hun gebied echter wel zien krimpen tijdens de Middeleeuwen. Aan het begin van het tijdvak van de Middeleeuwen behoorden Zeeland, Zuid-Holland, Noord-Holland, Groningen en een deel van Noord-Duitsland tot Friesland. Veel van het Friese gebied is veroverd door de graven van Holland. Het Friesland dat we nu kennen konden ze echter nooit veroveren. Ook het noordoostelijke deel van Noord-Holland konden ze nog niet in hun macht krijgen. Dit deel van Noord-Holland noemen we West-Friesland.
De Hollandse graaf Willem II had in de 13e eeuw veel land in zijn bezit. Hij gaf de stadsrechten aan Delft, Haarlem, ’s Gravenzande en Alkmaar. Hij was dus een belangrijk man in de geschiedenis. Al deze steden stonden in zijn gebied. Maar hij wilde zijn gebied erg graag uitbreiden. Hij voerde verschillende oorlogen tegen de Westfriezen. In 1256 werden deze oorlogen zijn dood. Hij zakte door het ijs en de Westfriezen doodden hem. De Westfriezen hielden zijn lichaam.
Zijn zoon Floris V heeft vele jaren gezocht naar het lichaam van zijn vader. Pas in het jaar 1282 had hij de West-Friezen verslagen en West-Friesland aan zijn gebied toegevoegd. Hiermee voltooide hij het werk van zijn vader en kon hij zijn vader eervol begraven in Middelburg. Een ander werk van zijn vader was de bouw van het Binnenhof in Den Haag. De opa van Floris V; Floris IV was hieraan begonnen. Willem II was hiermee verder gegaan en Floris V had dit werk afgemaakt.
Floris V regeerde als graaf in het Heilige Romeinse Rijk. Ook hij werd, net als zijn vader, een belangrijk man in de Nederlandse geschiedenis. Hij heeft onder verschillende koningen geregeerd, waaronder Rudof I. Als Graaf van Holland moest Floris V belasting afdragen aan zijn koning. De koning had verschillende graafschappen. Het Heilige Romeinse Rijk behelsde dan ook de huidige landen Nederland, België, delen van Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, delen van Italië, Tsjechië, Duitsland en delen van Polen. Hoewel het graafschap Holland erg groot en belangrijk was, was het graafschap Bourgondië uiteindelijk machtiger. Het graafschap Bourgondië was gelegen in het huidige midden Frankrijk. Bourgondië bestond oorspronkelijk uit twee delen. Één deel was het hertogdom. Hiervan was de Franse koning de hoogste leenheer. Het andere deel was Franche-Comté. Dit was het graafschap dat onder het Duitse Rijk viel. Bourgondië breidde zich uit. Het werd een staat.
Vanaf het jaar 1384 vielen ook delen van Nederland onder de heerschappij van de hertog van Bourgondië. De hertog verkreeg deze gebieden dankzij erfenissen, huwelijk of aankoop. Aan het einde van de 15e eeuw behoorde heel West-, Zuid- en delen van Oost-Nederland tot Bourgondië. Het gebied was verdeeld in provincies. Iedere provincie mocht nog steeds zijn eigen bestuur handhaven.
Bourgondië had in dit tijdvak een centraal bestuur. Het werd geregeerd vanuit het Bourgondische hof. Dit was een cultureel centrum. Schilders hadden hier volop werk. Het grote gebied werd geregeerd door middel van de Staten-Generaal. Alle Bourgondische gewesten / provincies stuurden vertegenwoordigers naar het Bourgondische hof, waar zij vergaderden over bijvoorbeeld nieuwe belastingen.
De belastingen stegen en de steden kwamen in opstand. Toen in 1477 de toenmalige hertog Karel de Stoute sneuvelde, wilden de steden zijn dochter pas als machthebber accepteren als zij zou instemmen met lagere belastingen.